Vrijspraak valsheid in geschrift en witwassen in zaak mr. Jolanda Veldman
Vrijspraak valsheid in geschrift en witwassen in zaak mr. Jolanda Veldman
Op 3 december 2018 is de zaak van een cliënt van mr. Jolanda Veldman, advocaat bij Singel Advocaten in Breda, inhoudelijk behandeld door de Meervoudige Kamer van de Rechtbank ’s-Hertogenbosch. Cliënt stond terecht voor het plegen van valsheid in geschrift en witwassen.
De verdenking hield in dat cliënt zich schuldig zou hebben gemaakt aan het valselijk opmaken c.q. het vervalsen van de bedrijfsadministratie van de Shoarmazaak VOF, bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, door het niet volledig verantwoorden van het aan de werknemers betaalde loon in de loonadministratie (deel uitmakende van de bedrijfsadministratie) met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken. Daarnaast zou er volgens de officier van justitie ruim twee ton aan zwarte inkomsten van de Shoarmazaak zijn weggesluisd naar Marokko, deze gelden zouden zogenoemd zijn witgewassen door cliënte.
Ter zitting is uitvoerig pleidooi gehouden en betoogd dat uit de resultaten van het observatieteam is gebleken dat cliënte slechts een enkele keer in de Shoarmazaak aanwezig is geweest, en dat als zij in de zaak aanwezig was dat in het gezelschap van haar kinderen was. Onze advocaat heeft verder betoogd dat de werkzaamheden van cliënte slechts bestonden uit het verstrekken van de maandelijkse overzichten van de namen en de gewerkte uren van het personeel van de Shoarmazaak aan de boekhouder. Deze informatie werd door haar echtgenoot aan haar verstrekt. Ten aanzien van het witwassen is ter zitting door Jolanda uitvoerig en onderbouwd betoogd dat dit de winst van de Shoarmazaak betrof en geen ‘zwarte’ opbrengst zoals vermeld door de officier van justitie.
Tegen de cliënt van strafrechtadvocaat mr. Veldman eiste de officier van justitie een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden en een maximale werkstraf van 240 uren.
De uitspraak volgde op 17 december 2018 en de Meervoudige Kamer van de Rechtbank Den Bosch heeft het verweer van mr. Veldman gevolgd en zij hebben cliënte integraal vrijgesproken. Het oordeel van de rechtbank:
“Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde heeft de echtgenoot van verdachte verklaard dat hij aan verdachte de gewerkte uren doorgaf die zij vervolgens per e-mail naar het administratiekantoor stuurde. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte wist dat deze uren niet overeenkwamen met de daadwerkelijk door werknemers in het bedrijf [de Shoarmazaak] gewerkte uren. Nu niet kan worden vastgesteld dat verdachte daarvan wetenschap had en dus opzet had op het (doen) opmaken van een valse bedrijfsadministratie, acht de rechtbank het onder 1 zowel primair als subsidiair tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde kan op basis van het dossier worden vastgesteld dat verdachte grote bedragen heeft overgemaakt naar en gestort op rekening van [mevrouw X]. Verdachte heeft verklaard dat zij en haar echtgenoot deze bedragen hebben gespaard van het geld dat zij met hun bedrijf had verdiend vanaf het jaar 2000. Nu de rechtbank verdachte van het onder 1 tenlastegelegde vrij zal spreken, kan niet worden geconcludeerd dat zij wist dat de inkomsten van het bedrijf afkomstig waren van de met behulp van de valse bedrijfsadministratie verdiende gelden. Gelet op deze verklaring en de inhoud van het dossier kan de rechtbank dan ook niet vaststellen dat verdachte wetenschap had of redelijker had moeten vermoeden dat het geld dat zij overmaakte en stortte van misdrijf afkomstig was.
Verdachte zal van alle ten laste gelegde feiten worden vrijgesproken.”
Over deze strafzaak is gepubliceerd door het Algemeen Dagblad en het Eindhovens Dagblad.
Een ervaren strafrechtadvocaat neemt gratis & zonder verplichtingen contact op