Op 21 december 2016 heeft de Rechtbank Zeeland-West Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak over bedreiging.
Op 21 december 2016 heeft de Rechtbank Zeeland-West Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak over bedreiging.
Verdachte wordt verdacht van (poging tot) bedreiging en mogelijk heeft hij gedreigd met het plegen van een terroristisch misdrijf. De verdenking is ontstaan door berichten die verdachte heeft verstuurd naar zijn reclasseringswerker. Deze berichten zijn verstuurd ten tijde van de Vierdaagse van Nijmegen. Door deze berichten is er vrees voor een terroristische aanslag ontstaan bij een gedeelte van de Nederlandse bevolking.
De Officier van Justitie is van mening dat de ten laste gelegde poging tot bedreiging kan worden bewezen. Verdachte heeft namelijk teksten verstuurd ten tijde van de Vierdaagse van Nijmegen. Hij had aangegeven richting Nijmegen te gaan. Al eerder had hij gesproken over een bomgordel en dat hij zichzelf iets aan zou doen. Hiermee heeft verdachte gepoogd om de Nederlandse bevolking te bedreigen met een terroristisch misdrijf.
De advocaat van verdachte stelt zich op het standpunt in Breda dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van bedreiging kan komen. De verdediging voert aan dat verdachte de Nederlandse taal slecht beheerst en dat hij de teksten alleen naar zijn reclasseringswerker heeft gestuurd. Hierdoor kan er geen sprake zijn van bedreiging van de Nederlandse bevolking, aangezien deze berichten de rest van de bevolking niet bereikt hebben. Tevens zijn de berichten gestuurd in zo’n gebrekkig taalgebruik dat er geen sprake kan zijn van een redelijke vrees bij de reclasseringswerker.
Wat betreft de poging tot bedreiging met een terroristisch misdrijf kan volgens de verdediging ook niet bewezen worden. Zowel de reclasseringswerker als de politie weten dat de verdacht niet de persoon is die dit zou doen, en ook niet het motief heeft om anderen dan zichzelf iets aan te doen. Bij een eerder incident heeft verdachte zich op dezelfde wijze uitgelaten en toentertijd is dit ook niet als een serieuze bedreiging opgevat. De verdediging stelt zich op het standpunt dat hier nu dan ook geen sprake van is. Er is op geen enkele wijze onderzocht wat verdachte daadwerkelijk met de berichten naar zijn reclasseringswerker heeft bedoeld. Hij heeft de berichten enkel gestuurd naar zijn reclasseringswerker, die tevens ook tot geheimhouding verplicht was. Verdachte hoefde er dan ook geen rekening mee te houden dat zij zijn berichten zou delen met de rest van de bevolking. Hierdoor kan er geen sprake van het pogen de Nederlandse bevolking te bedreigen omdat hij wist dat de reclasseringswerker een geheimhoudingsplicht heeft.
Volgens de rechtbank Zeeland -West-Brabant is onder meer vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte moet zijn geweest van de bedreiging. Ook moet er een redelijke vrees zijn geweest bij in dit geval de reclasseringswerker en de Nederlandse bevolking. Het staat vast dat de reclasseringswerker zich niet bedreigd heeft gevoeld. Verder staat vast dat de reclasseringswerker de berichten enkel heeft gedeeld met de politie. Hierdoor heeft de bedreiging de Nederlandse bevolking niet bereikt en is er geen sprake van redelijke vrees. De rechtbank spreekt verdachte vrij van bedreiging met al dan niet een terroristisch misdrijf.
Ook spreekt de rechtbank verdachte vrij van poging tot bedreiging. De rechtbank stelt hierin voorop dat de door verdachte verstuurde berichten taalkundig zo onjuist en moeilijk leesbaar zijn dat het niet duidelijk is of het hier om een daadwerkelijke bedreiging gaat. De rechtbank Breda oordeelt dat het niet kan worden bewezen dat verdachte het opzet had om te proberen de reclasseringswerker en/of de Nederlandse bevolking met de verstuurde berichten vrees aan te jagen. Hierbij wordt de inhoud van de tekstberichten en de omstandigheden waaronder deze zijn verstuurd meegenomen. Het ging ten slotte om een vertrouwenspersoon.
In deze zaak komt het belang van een ervaren strafrecht advocaat voor bedreiging in Breda goed naar voren. Het standpunt van de verdediging wordt gevolgd en door deze verdediging wordt verdachte vrijgesproken van (poging tot) bedreiging. Als u verdacht wordt van bedreiging raden wij u aan contact op te nemen met een strafrechtadvocaat. Door de juiste verdediging wordt vaak een lagere straf en mogelijk vrijspraak bereikt. Als u het contactformulier invult, wordt er vrijblijvend contact met u opgenomen door een ervaren strafrecht advocaat.
Een ervaren strafrechtadvocaat neemt gratis & zonder verplichtingen contact op