De rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, heeft op 16 juli 2019 uitspraak gedaan in een zaak over mishandeling.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, heeft op 16 juli 2019 uitspraak gedaan in een zaak over mishandeling.
De verdachte in deze zaak stond terecht voor poging tot doodslag, dan wel mishandeling. Op de dag van het incident ontstond een ruzie tussen de verdachte en het slachtoffer, waarbij geweld is gebruikt tegen het slachtoffer.
De advocaat van de verdachte is met de Officier van Justitie van mening dat niet tot een bewezenverklaring van poging tot doodslag gekomen kan worden. Er ontbreekt immers wettig en overtuigend bewijs voor de betrokkenheid van de verdachte bij het steekincident, aldus de raadsman. Ten aanzien van de ten laste gelegde mishandeling refereert de strafrecht advocaat zich aan het oordeel van de rechtbank, gelet op de bekennende verklaring van de verdachte.
De rechtbank stelt allereerst dat gelet op onder andere de steekwond in zijn buik niet ter discussie staat dat op de desbetreffende dag een vechtpartij heeft plaatsgevonden waarbij het slachtoffer is gestoken met een mes, althans een scherp voorwerp. De verdachte was bij die vechtpartij betrokken. De rechtbank Breda is met de Officier van Justitie en de advocaat van de verdachte eens dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte diegene is geweest die het slachtoffer heeft gestoken. Hiertoe oordeelt de rechtbank als volgt. Het slachtoffer noch enig ander persoon heeft de verdachte met een mes of scherp voorwerp gezien, laat staan hem daarmee zien steken. De camerabeelden laten ook geen mes zien in de hand van de verdachte. De bewegingen op de camerabeelden zijn volgens de verdachte vuistslagen en hij zou naar eigen zeggen op geen enkel moment een mes hebben gehad. Het slachtoffer heeft niet gezien wie hem stak. De camerabeelden dragen niet bij aan het bewijs van de verdachte. Er ontbreekt enig bewijsmiddel dat de verdachte het slachtoffer gestoken heeft, waardoor de rechtbank Breda de verdachte heeft vrijgesproken van poging tot doodslag.
Ten aanzien van de mishandeling heeft de verdachte bekennend verklaard. Hiervoor is geen vrijspraak bepleit. Gelet op deze bekennende verklaring van de verdachte, de aangifte en de getuigenverklaring acht de rechtbank Breda wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken. Daarnaast moet de verdachte schadevergoedingen betalen.
Zelf verdacht van mishandeling? Een ervaren strafrechtadvocaat uit Breda kan u bijstaan! De raadsman zal uw processtukken opvragen om een goed en sterk verweer te kunnen voeren. Hierdoor wordt voor u een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak, bereikt. Mede dankzij het pleidooi van de strafrecht advocaat is in deze zaak vrijspraak bereikt voor poging tot doodslag. Wanneer u het contactformulier invult neemt een ervaren strafrechtadvocaat uit Breda direct gratis en vrijblijvend contact met u op! Wij werken landelijk, voor een vast tarief en op basis van pro deo.
Een ervaren strafrechtadvocaat neemt gratis & zonder verplichtingen contact op