Vordering tot uitlevering van gegevens en de advocaat
Cliënt werd verdacht van het kopen en illegaal bezit van vuurwerk. Hij zou deze via internet hebben besteld via een webshop in het buitenland. Op grond van bijzondere wetgeving, de Wet Economische Delicten, hebben de opsporingambtenaren gevorderd om schriftelijke bewijsstukken te overhandigen, zoals bankafschriften en bestelbonnen van de webshop. Cliënt heeft aan deze vordering niet voldaan. Cliënt is bijstaan door mr. Sander Arts, advocaat bij Singel Advocaten met veel ervaring in strafzaken over bezit en illegaal vuurwerk.
De economische Politierechter en het Gerechtshof Arnhem
De economische politierechter in Utrecht (Midden-Nederland) heeft de strafzaak behandeld en cliënt veroordeeld voor het niet voldoen aan de vordering tot uitlevering van (bewijs) gegevens. De verdediging was het hier niet mee eens. Sander Arts, vuurwerk-specialist van Singel Advocaten Breda, heeft dan ook hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak
'Vrijspraak' cliënt voor niet uitleveren vuurwerk gegevens
Het Gerechtshof in Arnhem heeft cliënt vervolgens vrijgesproken ('ontslagen van rechtsvervolging') omdat de vordering tot uitlevering in strijd was met het zogenaamde 'nemo tenetur beginsel'. Dit beginsel houdt in dat iemand niet kan worden gedwongen om aan zijn eigen vervolging mee te werken. Dit verbod op 'self incrimination' (zelf-beschuldiging) is neergelegd in het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en gaat boven de Nederlandse wetgeving.
Gelet op het voorgaande, constateert het hof dat verkrijging van de gevorderde stukken, die niet door de politie eigenmachtig konden worden verkregen, afhankelijk was van de wil van verdachte. Daarnaast kan niet uitgesloten worden dat de informatie die uit de verzochte stukken blijken in die andere strafzaak tegen verdachte zou kunnen worden gebruikt. Door uitvoering te geven aan de vordering zou verdachte dus kunnen meewerken aan het verkrijgen van belastend bewijs tegen hem. Het hof is dan ook van oordeel dat sprake is van een schending met het uit het eerste lid van artikel 6 van het EVRM voortvloeiende nemo tenetur-beginsel, nu verdachte tegen zijn wil, zelf onder dwang de gevorderde gegevens – die eventueel later als bewijs gebruikt kunnen worden – moest aanleveren aan de politie die hem in het kader van een overtreding op grond van de Wet milieubeheer in het vizier had.
Beroep Openbaar Ministerie: Uitspraak Hoge Raad
Het Openbaar Ministerie heeft tegen de uitspraak van het Hof Arnhem beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft op 14 november arrest (uitspraak) gewezen. De uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is in stand gelaten, omdat de vordering tot uitlevering van gegevens volgens de Hoge Raad als 'fishing expedition' kan worden gezien en daarom niet is toegestaan.
V.zv. het of voor het oordeel dat vordering tot verstrekken van stukken een schending van uit art. 6 EVRM voortvloeiende nemo tenetur-beginsel oplevert, mede beslissend heeft geacht dat gevorderde stukken niet door politie eigenmachtig konden worden verkregen en verkrijging van stukken daarmee afhankelijk van wil van verdachte was, heeft hof maatstaf aangelegd die niet in overeenstemming is met beoordelingskader van EHRM in zaak De Legé tegen Nederland. Uit dat beoordelingskader volgt immers dat, waar het gaat om verkrijgen van daarin genoemde “specific pre-existing documents”, voor toetsing aan art. 6 EVRM beslissend is of autoriteiten bekend zijn met bestaan van dergelijke stukken, maar niet of autoriteiten die stukken (ook) eigenmachtig hadden kunnen verkrijgen. Daarnaast volgt uit die uitspraak ook niet dat omstandigheid of autoriteiten stukken eigenmachtig konden verkrijgen, bepalend is voor beantwoording van vraag of dergelijke stukken moeten worden gezien als “materials” met “an existence” die “independent of [the] will” van verdachte is.
Dit leidt echter niet tot cassatie. Daarbij neemt HR in aanmerking dat in vaststellingen hof besloten ligt dat betreffende vordering (tot meenemen van “alle” gegevens die betrekking hebben op bestellen en ontvangen van “vuurwerk”, waarbij “o.a.” kan worden gedacht aan facturen, bestelbevestigingen “etc.” terwijl verdachte er al van verdacht werd dat hij illegaal (professioneel) vuurwerk via internet had gekocht) situatie opleverde “where the authorities attempt to compel an individual to provide the evidence of offences he (...) has allegedly committed by forcing him (...) to supply documents which they believe must exist, although they are not certain of it (...). The latter situation the Court has described as 'fishing expeditions'.” (EHRM in zaak De Legé tegen Nederland). Dat brengt mee dat in gegeven omstandigheden vervolging verdachte voor handelen in strijd met de in belang van opsporing o.g.v. 19.1 WED gedane vordering, schending oplevert van het uit art. 6 EVRM voortvloeiende ”privilege against self-incrimination” (nemo tenetur-beginsel).
Gevolgen voor andere strafzaken; uitlevering vordering illegaak vuurwerk
Deze uitspraak kan zeker gevolgen hebben voor andere strafzaken over illegaal vuurwerk. Sander is van mening dat met deze uitspraak kan worden betoogd dat ook het vorderen tot het uitleveren van vuurwerk, wat standaard gebeurd in vuurwerkzaken, niet is toegestaan. Immers wordt men dan, onder druk van een stevige strafbedreiging van de Wet Economische Delicten (niet voldoen aan vordering tot uitlevering vuurwerk) in feite gedwonen bewijsmateriaal aan te leveren wat in de strafzaak tegen de verdachte kan worden gebruikt.
Het verweer is inmiddels door mr. Arts in meerdere zaken gevoerd óók bij uitleveringsvorderingen van vuurwerk. De economische politierechter heeft de beroepen afgewezen, omdat 'deze situatie anders zou zijn dan de situatie van uitlevering van gegevens'. Echter is volstrekt onduidelijk (en wordt ook niet gemotiveerd door de politierechter) waaróm dit danwel een andere - niet vergelijkbare - suituatie zou zijn. Inmiddels loopt dan ook een hoger beroep van mr. Sander Arts, toevallig bij hetzelfde Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Wordt vervolgd....
Als u wordt verdacht van bezit of verkoop van illegaal vuurwerk
Heet u te maken met een verdenking, dan is het belangrijk dat u niet 'vrijwillig' aan een vordering tot uitlevering voldoet. Werk in dat geval alleen mee onder de opmerking dat u dit 'onder protest doet en ter voldoening aan de vordering, in zoverre niet vrijwillig'. Dan kunt u dit beroep later nog doen in een mogelijke strafzaak. Neem ook zo snel mogelijk contact op met een ervaren strafrechtadvocaat, zo mogelijk nog vóór het afleggen van uw verklaring bij het politieverhoor. Sander werkt landelijk. Als u het contactformulier invult neemt hij contact met u op.
Klik hier voor de uitspraak van de Hoge Raad