Hoogte van het benadeelde bedrag fors lager na pleidooi advocaat
Hoogte van het benadeelde bedrag fors lager na pleidooi advocaat
Op 23 juli 2018 werd een cliënt van mr. Jolanda Veldman van Singel Advocaten veroordeeld voor verduistering in persoonlijke dienstbetrekking, gepleegd in de periode van 1 februari 2016 tot en met 1 mei 2017. Het geld bedrag dat cliënt verduisterd zou hebben werd door de Meervoudige Kamer van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen vastgesteld op een bedrag ter hoogte van € 80.374,89. De vordering van de benadeelde partij werd toegewezen ter hoogte van een bedrag van € 87.205,94. Tegen dit vonnis is tijdig door de advocaat van Singel Advocaten te Breda hoger beroep ingesteld.
Cliënte heeft er nooit een geheim van gemaakt dat zij gelden van haar werkgever zou hebben gestolen, juridisch wordt dit aangeduid als verduistering in persoonlijke dienstbetrekking. Cliënte heeft direct bij de politie al aangegeven dat de verdenking klopte maar dat zij nooit het bedrag heeft weggenomen dat door de werkgever werd beweerd. Volgens cliënte is dit ook niet mogelijk omdat het er dan op neer zou komen dat zij iedere dienst dat zij werkte een bedrag van € 250,00 uit de kassa zou moeten hebben gehaald en meegenomen zou hebben. Cliënte heeft meerdere keren en op meerdere momenten aangegeven dat zij geld heeft verduisterd, maar dat dit bedrag niet meer is geweest dan € 15.000 in zijn totaliteit. Cliënte kon zich dan ook niet verenigen met het vonnis van de rechtbank, zij was immers veroordeeld voor verduistering van een bedrag ter hoogte van € 80.374,89. Een bedrag dat vele malen hoger was dan dat zij zelf heeft aangegeven te hebben verduisterd.
De benadeelde partij neemt als procespartij deel aan het strafproces. Over de civiele vordering moet gelijktijdig met de einduitspraak in de strafzaak uitspraak worden gedaan. Deze beslissing moet met redenen omkleed zijn. De rechter moet op de vordering een beslissing nemen, de rechter kan de vordering niet-ontvankelijk verklaren als deze een te grote belasting is voor het strafproces. De vordering van de benadeelde partij blijft immers een stukje civiel recht in een strafprocedure waardoor deze niet te ingewikkeld mag zijn. Mocht dit laatste wel het geval zijn dan zal de strafrechter de vordering niet-ontvankelijk verklaren en verwijzen naar de civiele rechter.
In deze zaak heeft de strafrechtadvocaat van Singel Advocaten uit Breda in eerste aanleg bepleit dat de vordering niet-ontvankelijk verklaard diende te worden omdat dit een te grote belasting zou zijn voor het strafproces. Ondanks het uitvoerige pleidooi op dit punt werd de vordering integraal toegekend met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Op 6 februari 2019 is het hoger beroep in deze zaak inhoudelijk behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingslocatie Zwolle. Het hoger beroep was niet zo zeer tegen de strafmaat gericht, maar wel tegen de hoogte van het door de rechtbank bewezen verduisterde bedrag en daarmee ook tegen de toegewezen vordering van de benadeelde partij ter hoogte van ditzelfde bedrag vermeerderd met de onderzoekskosten van het onderzoeksbureau dat door de benadeelde partij was ingeschakeld. De strafrechtadvocaat voerder ook in hoger beroep uitvoerig pleidooi.
Het Gerechtshof stond bij de inhoudelijke behandeling van deze strafzaak uitgebreid stil bij de vordering van de benadeelde partij en de hoogte daarvan. Kritische vragen werden gesteld over de hoogte van het verduisterde bedrag, hoe de vordering was opgesteld en waar deze op gebaseerd waren. De hoogte van het verduisterde bedrag was immers de reden van het hoger beroep.
Het Gerechtshof heeft in haar arrest uitgebreid aandacht besteed aan de vordering van de benadeelde partij en zei daarover het volgende:
“De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 92.681,05. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 87.305,94. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering. Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 21.831,05 (€ 15.000,- verduisterde gelden en € 6.831,05 kosten privédetective). Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is het hof van oordeel dat behandeling van de vordering, welke wordt betwist, een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.”
Appelleren is riskeren wordt wel eens gezegd, dat klopt volledig! In deze zaak heeft het appel goed uitgepakt en heeft het Gerechtshof het verweer van de strafrechtadvocaat van Singel Advocaten gevolgd en is de vordering verlaagd met een bedrag van bijna € 70.000,-. Cliënte moet er wel rekening mee houden dat de benadeelde partij naar de civiele rechter kan stappen voor het restant van de vordering.
Een ervaren strafrechtadvocaat neemt gratis & zonder verplichtingen contact op