Rechtbank legt hoge gevangenisstraffen op in drugszaak

De meervoudige kamer van de Rechtbank Zwolle heeft op 25 februari 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak aangaande een grootschalig cocaïntetransport dat zou hebben plaatsgevonden in november 2017. De zaak werd inhoudelijke behandeld bij de rechtbank op dinsdag 28 en donderdag 30 januari 2020. Een van de drie verdachten welke terechtstonden werd bijgestaan door mr. Veldman van Singel Advocaten in Breda.

De verdenking

Zoals reeds in een eerdere blog is vermeld werden de verdachten ervan verdacht zich bezig te hebben gehouden met een grootschalig drugstransport welke is onderschept in de haven van Antwerpen eind november 2017. Ter zitting werd door de officier van justitie vrijspraak van het primair ten laste gelegde feit gevraagd waardoor kort gezegd overbleef verdenking van betrokkenheid bij de voorbereidingshandelingen van het betreffende grootschalige drugstransport.

De inhoudelijke behandeling van de strafzaak

Zoals aangegeven is de zaak eind januari 2020 inhoudelijk behandeld door de rechtbank in Zwolle. De officier van justitie heeft voor de betrokkenheid bij de voorbereidingshandelingen een gevangenisstraf geëist voor de duur van zes jaren. De verdediging heeft ter zitting een integrale vrijspraak bepleit.

De uitspraak van de Meervoudige Kamer

Ondanks het standpunt van het openbaar ministerie: vrijspraak voor het primair tenlastegelegde, heeft de rechtbank (toch) gemeend dat het primair tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.

De rechtbank is voorts van oordeel dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte is komen vast te staan.

“De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat: primair. hij in de maanden november en december 2017 via de Westerschelde en Antwerpen in de Nederlandse territoriale wateren, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, tussen de 600 en 700 kilogram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1.”

Bij de strafoplegging houd de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren en bepaalt daarbij dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.

Hoger beroep

Vanaf de datum van de uitspraak heeft de verdediging twee weken de tijd om hoger beroep in te stellen tegen de uitspraak van de rechtbank mochten zij hij niet eens zijn met deze uitspraak. De cliënt van Singel Advocaten is een ontkennende verdachte en meent ten onrechte te zijn veroordeeld door de Meervoudige Kamer van de Rechtbank Zwolle. In deze zaak zal aldus hoger beroep worden ingesteld waarna de zaak opnieuw zal worden behandeld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.