De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 30 maart 2017 uitspraak gedaan in een zaak over belaging
De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 30 maart 2017 uitspraak gedaan in een zaak over belaging
Uitspraak in zaak over belaging door rechtbank Zeeland-West-Brabant
De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 30 maart jongstleden uitspraak gedaan in een zaak over belaging. De verdachte werd er van verdacht in de periode van 3 september tot en met 4 november 2015, wederrechtelijk stelselmatig inbreuk te hebben gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer, zijn voormalige vriendin met wie hij een kindje heeft, met het oogmerk het slachtoffer te dwingen iets (niet) te doen en vrees aan te jagen. Verdachte heeft immers veelvuldig en ongewenst telefonisch contact gezocht met het slachtoffer, via bijvoorbeeld SMS-berichten, WhatsApp(status)berichten en voicemailberichten. Verdachte stond dan ook terecht voor belaging.
De rechtbank stelt dat het, voor de vraag of er sprake is van belaging als bedoeld in artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht bepalend is of er sprake is van gedragingen waardoor stelselmatig opzettelijk inbreuk wordt gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Hierbij gaat het om de indringendheid van het lastigvallen, evenals fde duur en de frequentie ervan. Het gaat in deze zaak om WhatsApp(status)berichten. De rechtbank overweegt dat een status op zich geen inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van iemand. In deze zaak is het gezien de context van de statussen anders. De statussen waren duidelijk aan het slachtoffer gericht en de verdachte wist dat dat zij deze statussen zou zien. De rechtbank oordeelt in dit geval dat ook het zichtbaar hebben of tonen van de statussen is aan te merken als een gedraging die inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Daarnaast is er, naar het oordeel van de rechtbank, sprake geweest van een groot aantal berichten. Al met al is de rechtbank van oordeel, gelet op de inhoud van de verzonden berichten en de getoonde statussen, de hoeveelheid berichten en het tijdsbestek waarin de berichten zijn gestuurd, dat er wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van verdachte, wat een bewezenverklaring van belaging oplevert. Eveneens werd de verdachte in deze zaak veroordeeld voor bedreiging van het slachtoffer.
De rechtbank legt de verdachte een gevangenisstraf op voor de duur van 108 dagen, waarvan 90 voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Ook bepaalt de rechtbank dat de verdachte gedurende 120 uur een taakstraf moet uitvoeren. Indien verdachte dit niet nakomt volgt er een vervangende hechtenis voor de uur van 60 dagen. Verder moet verdachte een schadevergoeding van € 750,00 betalen aan het slachtoffer.
Zoals uit deze zaak blijkt legt de rechter een zware straf op bij belaging. Een advocaat in Breda kan uw bijstaan in uw strafzaak, indien u verdachte bent in een soortgelijke zaak. De raadsman zal een sterk verweer voeren in de rechtbank, waardoor een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak, voor u zal worden bereikt. Wanneer u het contactformulier invult zal een ervaren raadsman van het advocatenkantoor in Breda vrijblijvend contact met u opnemen over uw strafzaak over stalking..
Een ervaren strafrechtadvocaat neemt gratis & zonder verplichtingen contact op