Illegaal Vuurwerk ongeval Ridderkerk << vuurwerk advocaat Singel Advocaten Breda >>

Op 15 oktober is deze strafzaak behandeld door de rechtbank Rotterdam. Bij het afsteken van een shell op 18 december 2022 is een persoon overleden. De verkoper van het illegale vuurwerk is bijgestaan door de vuurwerk advocaat-specialist van Singel Advocaten Breda.

Ongeval illegaal vuurwerk Ridderkerk

Op 18 december 2022 gaat het ernstig mis bij het afsteken van een zogenaamde shell. Dit siervuurwerk wordt in een lanceerbuis afgestoken en dan is het de bedoeling dat deze hoog in de lucht tot ontploffing komt met een siereffect.

Tijdens het afsteken van deze shell komt de jongen die het vuuwerk in de lanceerbuis heeft gestopt om het leven. Mogelijk is het vuurwerk te vroeg afgestoken door de andere persoon, zijn vriend of is er in de buis gekeken op het moment dat het vuurwerk is aangestoken

Singel Advocaten staat de verkoper bij

Sander Arts, advocaat in illegaal vuurwerk, heeft de verkoper van de betreffende shell in deze zaak bijgestaan. Hij heeft cliënt bij het politieverhoor ondersteund en de verdere zaak met hem voorbereid. Advocaat collega mr. J.M. Veldman heeft het pleidooi ter zitting van de rechtbank Rotterdam op 15 oktober voorgedragen en cliënt ter zitting ondersteund bij deze emotionele zitting, waar ook nabestaanden bij aanwezig waren. Ook voor cliënt is dit een zware zaak, nu immers een persoon om het leven is gekomen door een shell die hij aan een familielid heeft doorverkocht 'als vriendendienst.'

De dagvaarding; waarvan wordt cliënt verdacht?

Verkoop en bezit van shells

Het Openbaar Ministerie heeft cliënt gedagvaard voor het bezit en de verkoop van de shell. Dat wordt door verdachte overigens ook niet betwist. Hij heeft vanaf aanvang in deze zaak een berouwvolle en open houding aangenomen.

Levering van gevaarlijke waren zonder waarschuwing

In deze zaak heeft de Officier van Justitie óók ten laste gelegd (op de dagvaarding vermeld) het leveren van gevaarlijke waren aan een persoon, wetende dat deze gevaarlijk zijn zónder de afnemer hiervoor te waarschuwen. Hier staan hoge gevangenisstraffen op (artikel 174 Wetboek van Strafrecht)

Hij die waren verkoopt, te koop aanbiedt, aflevert of uitdeelt, wetende dat zij voor het leven of de gezondheid schadelijk zijn, en dat schadelijk karakter verzwijgende, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Indien het feit iemands dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Het standpunt van de verdediging: Vrijspraak

De verdediging heeft aan de hand van het dossier bepleit dat van overtreding van dit artikel géén sprake is. En in elk geval kan niet worden gezegd dat door het 'verzwijgen van het schadelijke karakter' iemand is overleden. Immers wist de afnemer zeer goed wat illegaal vuurwerk was, in tegenstelling tot cliënt die hier weinig kennis van zaken van had. De koper had veel ervaring met illegaal vuurwerk en niet kan worden gezegd volgens de verdediging dat door (als gevolg van) het niet vermelden van de gevaarlijkheid van het vuurwerk de derde persoon is overleden, hoe ernstig dit ook is. Daarbij is mogelijk sprake geweest van een gebruik van dit illegaal vuurwerk door de koper, wat voor cliënt niet redelijkerwijs te verwachten was. Om die reden is vrijspraak bepleit van dit (ernstige) feit.

Een klein gedeelte uit het pleidooi:

_{In deze zaak is helaas iemand overleden. Echter was dit niet de koper/klant van <cliënt>. Deze was dus niet het normadressaat van artikel 174 lid 2 SR. Zo niet belangrijker is – dat het Openbaar Ministerie dient te bewijzen – dat <slachtoffer> is overleden tengevolge van de schadelijkheid van het vuurwerk én het niet wijzen daarop door <cliënt>. Immers, indien <slachtoffer> al het normadressaat is van artikel 174 lid 2 (dat ook hij werd beschermd door dit artikel al was hij niet de koper van <cliënt>), dan is in elk geval niet vastgesteld dat <slachtoffer> tengevolge van dit feit is overleden (zie artikel 174 lid 2).}

_{Dit klemt temeer nu <koper> ervaring had met vuurwerk, eigen buizen had en wist wat hij deed (volgens <cliënt> die open heeft verklaard dat <koper> hier ervaring mee had). <koper> wist de (mogelijke) schadelijkheid. Dit ontslaat <cliënt> mogelijk dan níet van de verplichting <koper> er volledigheidshalve te wijzen op deze schadelijkheid, als wist hij dat al, echter ziet die overtreding op artikel 174 lid 1.}

_{Nu <koper> dit allemaal wel wist – nog beter dan <cliënt> - kan níet worden gezegd dat ten gevolge van dít feit <koper> is overleden (artikel 174 lid 2) Deze zaak wijkt op een belangrijk punt af van een zaak waar iemand (bijvoorbeeld) vervuilde drugs levert aan iemand zonder dit te vermelden of (ook een geval in de jurisprudentie) valse etikettering op medicijnen plakt, waarbij de koper dit dan (onbekend met het gevaar) doorgeeft aan een ander. Waarbij deze koper niet wéét dat de waren schadelijk waren (vgl. NB: RB Maastricht 27-2-12 ECLI:NL:RBMAA:2012:BV7023).}

Advocaat in vuurwerkzaken

Ook deze zaak toont weer eens aan dat het verstandig kan zijn om een advocaat in te schakelen als je wordt verdacht van bezit of handel in illegaal vuurwerk, zoals shells. Het Openbaar Ministerie kan diverse strafbepalingen ten laste leggen, waarbij het ook van belang kan zijn of je als verkoper op het zogenaamde 'schadelijke karakter' hebt gewezen, al wist de koper drommels goed dat het illegaal vuurwerk betrof...

Uitspraak over twee weken