Veroordeling openlijke geweldpleging door rechtbank Zeeland-West-Brabant

Openlijke geweldpleging tegen politieagent

Op 12 januari jongstleden heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant vonnis gewezen in een zaak met betrekking tot geweld tegen een politieagent. De verdachte werd zware mishandeling en subsidiair openlijke geweldpleging in vereniging ten laste gelegd.

Het slachtoffer, de politieagent, ging in zijn vrije tijd sporten in de sportschool, waar ook verdachte zich op dat moment bevond. Tussen hen ontstond een woordenwisseling. De verdachte vertelde aan de medeverdachte dat er een woordenwisseling is geweest. Vervolgens ontstaat er een nieuwe woordenwisseling tussen de twee mannen. In de  kantine komen de verdachte en het slachtoffer tegenover elkaar te staan, waarbij het slachtoffer vraagt hem met rust te laten. Verdachte laat hem echter niet met rust en geeft het slachtoffer een kopstoot, als gevolg waarvan zijn neus begon te bloeden. Dit is gezien door drie getuigen. Verdachte pakt het slachtoffer vervolgens vast en gooit hem op de grond. Een andere man bemoeit zich even later met de vechtpartij.

De advocaat in Breda van verdachte bepleit dat er geen sprake kan zijn van zware mishandeling, gezien de ernst van het delict. De rechtbank volgt dit standpunt. De rechtbank is immers van oordeel dat de gepleegde geweldshandelingen, zoals een kopstoot tegen de neus, geen (poging tot) zware mishandeling oplevert, waardoor dit ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend kan worden bewezen.

Aan de verdachte is subsidiair openlijke geweldpleging ten laste gelegd. De rechtbank is van mening dat er sprake is van openlijke geweldpleging, omdat het geweld niet in verborgenheid heeft plaatsgevonden. Leden en medewerkers hebben het geweld gezien. Daarnaast is er volgens de rechtbank sprake van geweldpleging in vereniging. Nadat de verdachte de medeverdachte heeft verteld over de woordenwisseling met het slachtoffer hebben zij geweld toegepast tegen de politieagent.  Verdachte en de medeverdachte zijn gezamenlijk opgetrokken tijdens het gevecht. De rechtbank komt al met al tot het oordeel dat het wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich samen met medeverdachte schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging. Verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 100 dagen, waarvan 52 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Uit deze zaak blijkt dat u, indien u verdachte bent in een soortgelijke zaak, er verstandig aan doet een advocaat in Breda in te schakelen die u kan bijstaan in uw strafzaak. Door de verdediging van de raadsman van de verdachte kon in dit geval een veroordeling voor zware mishandeling, wat waarschijnlijk zou hebben geleid tot een hogere gevangenisstraf, worden voorkomen. Een advocaat van het advocatenkantoor in Breda kan u, dankzij zijn of haar jarenlange ervaring als geen ander bijstaan. Indien u het contactformulier invult neemt een ervaren advocaat uit Breda vrijblijvend contact met u op.